Vliegangst

‘Wat doe ik mezelf aan?’, dacht ik in de aanloop naar mijn stedentrip naar Barcelona. Vier dagen en nachten zonder mijn kleine meisje. Een vliegtuig in. Nooit eerder had ik vliegangst, maar nu was die er opeens. Vier dagen ver weg, waar ik onmogelijk omheen kon denken. Moederschap doet gekke dingen met je hoofd. Inlezen, voorbereiding, voorpret? Niks van dat alles, alleen maar irreële zenuwen.

Zonde, want ik hield altijd zo van reizen. Van de Middellandse Zee. Van vliegen. Van vooraf inlezen en zelf alle trivia weten. Het is dat collega (en een van de 159 reisgenoten) Jan me een klein reisgidsje cadeau deed. In het vliegtuig bladerde ik er wat onwennig doorheen. Barcelona. Verder dan de Sagrada Familia en Parc Güell kwam ik niet qua voorkennis. Het enige inleeswerk dat ik gedaan had was uitzoeken wat de dresscode bij het uitgaan was en hoe ik mij het beste tegen zakkenrollers kon beschermen.

Het vliegtuig landde, mijn bagage lag op de bageband en al na een middag rondstruinen in de smalle straatjes in de buurt van La Rambla wist ik het: ik mis dit. Natuurlijk is je hoofd regelmatig bij de thuisblijvers, maar heimwee had ik niet. Het werden vier fantastische dagen in een prachtige stad. Een stad waar ik zeker nog terug kom, om meer van Gaudi’s werk te zien, om door de haven te struinen, om te shoppen, om… Om gewoon nog eens terug te komen. Maar eerst staat Kopenhagen op ons wensenlijstje. Dan niet met 160 collega’s, maar gewoon met Johan.

Parc Güell

Parc Güell

Parc Güell

Parc Güell

Een kleine impressie van een prachtig park. Naast de fietstocht door Barcelona was Parc Güell toch wel een van de hoogtepunten. En als een lompe boer heb ik de foto’s met m’n mobiel gemaakt, bij gebrek aan camera. Maar wat prachtig.

Zo dus, fotograferen met een mobieltje

Zo dus. Foto door Jan van der Veen

Middagje bos

Omdat de afgelopen week maar weer eens bleek hoe betrekkelijk en onvoorspelbaar het leven is. Omdat je nooit genoeg kan genieten. En omdat ze zo snel groot wordt. Gewoon even lekker niks en met z’n drietjes genieten in het bos. Alwaar de dochter geen blaadjes en andere herfst-decoratie voor mij bijeen raapte, maar ordinair grind stond te jatten. 😉

Studeren

Mijn beide zussen kregen deze maand hun master diploma overhandigd. Waarbij mijn jongste zus ook nog eens, onvoorbereid notabene, een hele zaal aan haar lippen had toen ze vertelde over haar onderzoek en scriptie. Briljant! Zo ken je je zusje niet he.

Kom ik aanzetten met m’n bachelor van een van de meest gangbare opleidingen uit deze tijd. Hoeveel mensen studeren er jaarlijks af als ‘bachelor of communications’? Ik durf het niet eens in te schatten. En wat betekent dát voor de toekomst van ons vak? Ik bedoel, we kunnen ons als professionals wel druk maken over het ‘effect van online’ en dat soort dingen, maar al die honderden hbo’ers die elk jaar bijschuiven op de arbeidsmarkt, wat betekent dat voor ons vak? En voor je toekomst als communicatieprofessional?

Ik houd van mijn vak, dat is een begin. Bijblijven is een tweede. Na vorig jaar de leergang Realiseren van Dialoog en Draagvlak te hebben gedaan, volg ik nu de praktijkleergang Interne Communicatiekracht versterken. Behoorlijke overlap met de meer theoretische leergang die ik vorig jaar volgde, maar pittig doordat het je dwingt om, de naam zegt het al, het geleerde ook werkelijk in praktijk te brengen.

Studeren met een kind in huis is nog niet zo gemakkelijk. Ik heb sinds haar geboorte geen boek uit gekregen, dus leesopdrachten zijn een hele uitdaging. Maar goed, je bent ambitieus, dus je moet hè. Focussen helpt, ik richt me momenteel op interne communicatie en projectcommunicatie. Ik verdiep me daarbij in de interactie-visie. Van marketing weet ik maar weinig, gelukkig zijn er anderen in het team die zich daarin specialiseren.

Volgens mij is dat de truc, als communicatieadviseur tussen al die anderen die er ook verstand van hebben: keuzes maken en visie ontwikkelen.

Moeders breit

Als adviseur ben je verdomd weinig aan het ‘maken’, dus soms begint het dan opeens te kriebelen. Helemaal nu de herfstige stortbuien de tuin tot een onbegaanbare drapperige bende hebben gemaakt. Ik kocht bolletjes wol en een naaimachine bij de Lidl (ja werkelijk) en leerde mezelf diezelfde dag nog borduren met de naaimachine en kabels breien (met breinaalden, niet met de naaimachine). Maar kabels met Lidl-wol, dat was het precies niet.

Nu heeft mijn meisje sinds afgelopen weekend een nieuwe jas, een zwarte donsjas van Name It (collectie van vorig jaar). Het knalroze Hema-sjaaltje staat daar super leuk bij, maar is eigenlijk te kort… Hmmm… Toen ik gister in mijn lunchpauze van postkantoor terug naar het gemeentehuis liep, viel mijn blik op de breiwinkel. Ja. Breien!

Te veel keuze natuurlijk, dus ik heb me laten adviseren en geïnspireerd door de sjaal van collega @simoooontje op zoek gegaan naar het patroon voor (wat later bleek) de valse patentsteek. Leve Pinterest en Google! Ik vond een duidelijke uitleg en video. Na vijf keer opnieuw opzetten was ik tevreden over de eerste naalden en de breedte van de sjaal. Nu kan het me natuurlijk niet snel genoeg gaan, maar voorlopig ben ik nog niet eens op de helft. Wordt vervolgd!

Nieuwe jas Valse patentsteek

Zelf-censuur

Een halve week na het herstarten van mijn blog staan er achter de schermen vier verschillende concept-blogs klaar. Allemaal afgekeurd door mij. De een te inhoudelijk, de ander te moederig, weer een ander te persoonlijk. Ze komen niet door mijn eigen censuur of komen niet eens af door iets dat mij tegen houdt om verder te schrijven.

Afwegingen
‘Vroeger’ werd mijn blog vooral gelezen door andere bloggers. Mensen die weten dat het slechts een klein deel van jezelf is dat je laat zien, die de columns in het juiste perspectief plaatsen. Die je er niet bij de koffieautomaat op aanspreken, simpelweg omdat hun koffieautomaat aan de andere kant van het land staat.

Nu is dat anders. Ik heb daar op social media enorm aan moeten wennen en het is een van de reden dat ik geen blog meer uit m’n vingers krijg: de lezers kennen mij persoonlijk. En dat voelt gek. Onder het mom train-je-collega heb ik samen met collega Jan een aantal twitter-workshops gegeven. En elke keer als dan mijn timeline verscheen, omdat we iets uit gingen leggen… Tja, dat voelde toch even als met de billen bloot gaan. Wetende dat twintig ogen op dat moment jouw laatste online gedeelde gedachtekronkels lezen.

Twitter heeft heel kort de mogelijkheid gehad om andermans timeline te bekijken. Een hele mooie manier om je bewust te worden van hoe groot jouw aandeel in andermans timeline op twitter is. Bij iemand die maar 10 personen volgt ben je al snel heel erg aanwezig. Diegene wordt dus elke keer bij het openen van de home-screen van twitter met jou geconfronteerd. En of die tweets nou over poepluiers of het communicatie-vak gaan: ze worden vermoedelijk allemaal gezien. Allemaal.

Groener gras
In augustus verscheen op Marketingfacts een interessant artikel over het gebruik van social media: ‘Waarom iedereen op Facebook een leuker leven heeft dan jij‘. Ik vind dat een mooi artikel, omdat het laat zien dat we in staat zijn de mooie dingen in het leven uit te lichten. Maar het is ook tekenend en waanzinnig herkenbaar: ik doe aan zelf-censuur, maar ik ben beslist niet de enige. Of mijn gras dan werkelijk groener is? Natuurlijk niet.

Toch heb je op Twitter (en ongetwijfeld ook op andere social media) een mooi fenomeen: tweepcare. Net als destijds bij het bloggen, zie je op twitter ook groepen ontstaan. Groepen waarbinnen mensen bijzonder eerlijk en oprecht tegen elkaar zijn. Groepen waarbinnen mensen er oprecht voor elkaar zijn als dat nodig is, prachtig vind ik dat. Soms zou ik willen dat ik daar wat meer een onderdeel van was. Maar dan realiseer ik me weer dat niet alleen zo’n groep toegang heeft tot mijn tweets.

Zonder pakjes en zakjes

‘Het is mijn geitenwollensok’, zeg ik vaak. Ik streef naar een e-nummer-arm dieet voor mij en mijn gezin, zo weinig mogelijk pakjes en zakjes dus. Vooral e621 komt er bij mij niet in. Toen ik twee jaar geleden mijn inkoopbeleid hierop aanpaste, betekende dit dat de meeste merken pakjes en zakjes opeens geen optie meer waren. Maar hoe marineer ik mijn kip zonder de hulp van Conimex? Hoe kruid ik mijn aardappels zonder de hulp van Silvo? Hoe maak ik pastasaus zonder de hulp van Bertoli?

In blijde verwachting was ik, toen ik op 3 december 2010 naar Cappuchino op Radio 2 luisterde. Door mijn zwangerschapshormonen was ik me enorm bewust van alles dat ik at. Karin Luiten van Koken met Karin was die ochtend te gast. Ze vertelde over antipakjesavond en haar nieuwe kookboek: ‘Koken met Karin, zonder pakjes en zakjes’. Het is mooi hoe sommige dingen precies op het juiste moment op je pad komen. Ik kocht Karin’s antipakjes-kookboek en Corinne Gouget’s e-nummergids ‘Wat zit er in uw eten’.

Met de e-nummergids ben ik mijn voorraadkast doorgegaan. Mede dankzij de nesteldrang (leve de zwangerschapshormonen) heb ik mijn voorraadkast volledig leeggeruimd. Wereldgerechten, kruidenzakjes voor boerenommelet en soortgelijken: ze komen er bij mij niet meer in. In plaats daarvan schil ik weer zelf mijn aardappels, staat mijn pastasaus lekker een uur te sudderen en marineer ik de kip uit braadzak helemaal zelf.

Er valt nog veel te winnen hoor, in mijn gezin. Soms heb ik geen tijd en vervallen we toch weer in de kant-en-klaar producten. Toch zit ik lekkerder te eten als ik zelf mijn schnitzel gepaneerd heb. En baal ik van het pak diepvries-hamburgers dat ik op een zwak moment (geen tijd, geen tijd, geen tijd) kocht met e621. Maar het feit dat ik daar ontzettend van baal zegt wel genoeg: we eten gezonder dan ooit.

Ook zonder pakjes en zakjes? De kookboeken ‘Zonder pakjes en zakjes’ en ‘Handboek Oven’ van Karin Luiten zijn absolute aanraders! Zie ook www.kokenmetkarin.nl.

Hallo wereld!

Ik heb WordPress geïnstalleerd. Want het zit diep, dat bloggen. Maar de angst om een mutsig mama-blog te worden ook (dat is overigens zelf-reflectie en geen belediging aan mama-blogs die ik graag lees). Misschien, heel misschien, wordt het wel weer eens wat met de bloggen van mij. Misschien hoor.